© VOO

Pesten vaak gemist door docent

‘Vooral die ene leerling. Als een ander kind alleen al iets zegt of haar gewoon een beetje duwt, dan reageert ze meteen. Ze overdrijft…, omdat zij het zo ervaart.’ Zo tekent socioloog Beau Oldenburg de bespiegelingen van ‘leraar 5’ over pesten op in haar proefschrift. Het oordeel van die leraar; ‘Ze [de leerlingen] hebben nog geen gevoel voor wat pesten precies is.’
Docenten zijn niet goed toegerust op het herkennen van pesten, blijkt uit het onderzoek van Oldenburg. Problematisch, want herkenning is een voorwaarde om iets aan de pestdynamiek te kunnen doen. Vorig jaar promoveerde Oldenburg op haar pestonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel diept ze haar inzichten verder uit en zoekt ze naar manieren om leraren te helpen het pesten tegen te gaan.


Pesten is lang onderschat

Pesten werd lang gezien als onvermijdelijk en tamelijk onschuldig. Het hoort er nu eenmaal bij en de gepeste leerlingen worden er vast sterker van, was de gedachte. Pas in de jaren negentig verschenen de eerste onderzoeken die lieten zien dat pesten voor alle betrokkenen vervelend kan uitpakken. Allereerst natuurlijk voor de gepeste leerlingen, die zich eenzaam voelen en vaker angst- en depressieve klachten ontwikkelen. Daarnaast voor klasgenoten die getuige zijn van de pesterijen en zich daardoor ook onveilig voelen in de klas; wie weet zijn ze straks zelf aan de beurt. Maar het pesten heeft ook negatieve uitwerking op de pesters zelf. ‘Pesten levert hen populariteit op’, aldus Oldenburg. ‘Op die manier leren ze dat ‘fout’ gedrag loont. Pesten blijkt vaak in ander fout gedrag te resulteren. Pesters zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in criminaliteitscijfers.’

Lees dit interview verder op VOO.